Personen met parkinson ervaren vaak ook klachten die niet uniek samenhangen met dit ziektebeeld. Zo kunnen ook oudersdomkwaaltjes optreden, kan de ziekte een depressie in de hand werken of komen de klachten net voort uit de bijwerkingen van parkinsonspecifieke medicatie. De medicatie om deze klachten en symptomen aan te pakken, beschrijven we kort hieronder.

Antidepressiva

Bij mensen met parkinson die een depressie ontwikkelen, kunnen antidepressiva een oplossing bieden. De combinatie van een zogenaamde SSRI (bv. fluoxetine, fluvozamine of excitalopram) met rasagiline of selegiline dient echter zeer nauw opgevolgd te worden door de behandelende arts. Ook de combinatie met TCA’s (bv. clomipramine en imipramine) en duloxetine of venlafaxine is niet zonder risico’s.

In combinatie met MAO-B-remmers is het gebruik van een antidepressivum altijd gevaarlijk en dus af te raden.

Bètablokkers

Bètablokkers worden over het algemeen ingezet tegen een hoge bloeddruk, maar bij personen met parkinson kunnen ze ook het beven van de handen doen verminderen.

Omwille van hun werkingen kunnen de bètablokkers wel een lage bloeddruk veroorzaken (vooral bij snel opstaan). Ook vermoeidheid en koude vingers en tenen treden al eens op als bijwerking.

Antipsychotica

Mensen met parkinson maken in een latere fase van de ziekte soms psychoses door met hallucinaties en waanideeën. Deze kunnen het gevolg zijn van de ziekte zelf, van de parkinsonmedicijnen of van een andere lichamelijke klacht. Als een persoon met parkinson een psychose doormaakt, schrijft de arts meestal clozapine voor. Dit antipsychoticum heeft op zijn beurt een aantal mogelijke bijwerkingen, waaronder sufheid, slaperigheid, een verminderd reactie- of concentratievermogen, obstipatie, gewichtstoename, duizeligheid, speekselvloed, hartkloppingen, erectieproblemen, libidoverlies en orgasmeproblemen.

Middelen tegen dementie

Patiënten met de ziekte van Parkinson die een dementie ontwikkelen worden doorgaans behandeld met de choline-esterase-remmer rivastigmine. Deze medicatie heeft positieve effecten op het gebied van aandacht en planning, en vertraagt de achteruitgang van de cognitieve stoornissen.

In een later stadium van de ziekte van Parkinson behoren visuele hallucinaties tot de veel voorkomende niet-motorische symptomen. Ook deze hallucinaties kunnen met rivastigmine worden aangepakt.

De belangrijkste bijwerkingen bij gebruik van rivastigmine zijn misselijkheid, braken, verminderde eetlust en in mindere mate (tijdelijke) toename van tremor.