Tips in de tweede fase van parkinson
Blijven bewegen staat centraal in fase 2. Schakel fysieke activiteit in als een soort basishouding. Geef de bewegingsoefeningen een vaste plaats in jouw dagdagelijkse activiteiten. Het moet echt niet om topsport gaan. Een wandeling of fietstocht, wat werken in de tuin … Als je maar in beweging bent! De oefening kan in overleg met een coach of een kinesitherapeut worden gekozen, maar doe vooral iets wat je leuk vindt, dan houd je het langer vol.
Doseer je krachten. Ga niet te lang en te intensief sporten. Tijdens de activiteit doet er zich namelijk een dopaminepiek voor en nadien ervaar je vaak een licht tekort. Dit kan voor een plotse off-periode zorgen. Probeer het dopamineniveau ook niet zelf te regelen door je medicatie aan te passen, maar overleg altijd eerst met je behandelende arts.
Organiseer en structureer je dagelijkse leven. In fase 2 krijg je het al eens moeilijk met de kleinere dingen. Trek daarom genoeg tijd uit bij het aan- en uitkleden. Plan een ochtendritueel. Geef belangrijke voorwerpen zoals autosleutels en (zonne)bril een vaste plaats. Zo vind je ze gemakkelijk terug. Gewoonte en herhaling houd je vanaf nu het best te vriend.
Wacht niet te lang met je diagnose te delen met de mensen uit je omgeving. Mensen kunnen de symptomen foutief gaan interpreteren, wat evengoed kwetsend overkomt. Sta open voor vragen, zodat ze geen onrealistische interpretaties maken of dat hun angst toeneemt door onvoldoende kennis van zaken en eventuele verhalen van derden.
Heb je een vraag?
Stuur ons een bericht van bel het secretariaat elke weekdag tussen 09u00 en 12u30
op het nummer 0478 96 16 80 .